Een klein halfuurtje met de bus van ons appartement ligt het stuwmeer van het Okerdal. Daar startte onze tweede wandeling. Eerst omhoog door het bos. Boven veel hellingen met schade aan de dennen door de letterkeverzetter. De loofbomen komen alweer aardig op. Lanhzaam daalde het pad naar de Oker, waar we in de Romkehalle koffie dronken. Dit is een vreemde plek. Ze noemen zichzelf het kleinstenkoninkrijk op aarde. Het is nooit onderdeel geweest van een van de gemeenten, omdat een heerser het als jachthuis heeft geclaimd. De waterval is vervallen tot een miezerig straaltje door de droogte. We liepen langs de Oker, langzaam op en neer. Bij de Adelaarsrots geeft het een klettersteiggevoel. We zagen daar ook sportklimmers aan het werk. Ons eindpunt was het Jagdhuis. Vandaag rustdag vertelde de Nederlandse uitbater ons. Dus met de bus terug naar Goslar voor een drankje. Alcoholvrij is hier nog mondjesmaat bekend. De weizen is de enige, maar wel lekker.

Klik op de afbeelding voor een vergroting

Op de linkerfoto de “adelaar” op de naar hem genoemde steig.